| Het menu USB-OPSLAG wordt niet geopend wanneer u het USB-accessoire plaatst.
|
|
| Het apparaat ondersteunt dit type USB-opslagaccessoire of bestandssysteem niet.
|
|
| Sla de bestanden op een standaard USB-opslagaccessoire met het bestandssysteem FAT (File Allocation Table) op. Het apparaat ondersteunt USB-opslagaccessoires met de bestandssystemen FAT12, FAT16 en FAT32.
|
|
| De beheerder heeft afdrukken via USB mogelijk uitgeschakeld voor dit apparaat.
|
|
| Druk de taak af vanaf een computer die op het apparaat is aangesloten.
|
|
| Er zijn te veel USB-opslagaccessoires op het apparaat aangesloten.
|
|
| Verwijder USB-opslagaccessoires totdat het bericht verdwijnt. Verwijder vervolgens het USB-opslagaccessoire waarvan u wilt afdrukken en plaats het opnieuw.
|
| Dit apparaat ondersteunt maximaal vier USB-opslagaccessoires.
|
|
| Er is al een ander menu geopend.
|
|
| Sluit het geopende menu en plaats het USB-opslagaccessoire opnieuw.
|
|
| Er is meer dan 1 minuut verstreken sinds u het USB-opslagaccessoire hebt geplaatst.
|
|
| Het menu blijft 1 minuut geopend. Plaats het USB-opslagaccessoire opnieuw.
|
|
| Het USB-opslagaccessoire bevat meerdere partities. (Sommige fabrikanten van USB-opslagaccessoires installeren software op het apparaat waardoor partities worden gemaakt, vergelijkbaar met een cd.)
|
|
| Formatteer het USB-opslagaccessoire opnieuw om de partities te verwijderen, of gebruik een ander USB-opslagaccessoire.
|
|
| Het USB-opslagaccessoire vereist te veel voeding.
|
|
| 1.
|
| Verwijder het USB-opslagaccessoire.
|
|
| 2.
|
| Schakel het apparaat uit en weer in.
|
|
| 3.
|
| Gebruik een USB-opslagaccessoire met een eigen voedingsbron of een USB-opslagaccessoire dat minder voeding vereist.
|
|
|
| Het USB-opslagaccessoire werkt niet juist.
|
|
| 1.
|
| Verwijder het USB-opslagaccessoire.
|
|
| 2.
|
| Schakel het apparaat uit en weer in.
|
|
| 3.
|
| Probeer af te drukken vanaf een ander USB-opslagaccessoire.
|
|
|
| Het bestand wordt niet afgedrukt.
|
|
| U drukt een PDF-bestand af en de functie RAM-SCHIJF is uitgeschakeld.
|
|
| Open het menu SYSTEEMINSTELLINGEN en stel de functie RAM-SCHIJF in op AUTOMATISCH.
|
|
| Er wordt een andere afdruktaak verwerkt of u drukt een groot bestand af.
|
|
| Controleer het lampje Gegevens op het bedieningspaneel. Als dit knippert, wordt de taak verwerkt.
|
|
| Mogelijk zijn de laden leeg.
|
|
| Controleer of ten minste één lade papier bevat.
|
|
| Mogelijk is er een papierstoring opgetreden.
|
|
| Controleer het display van het bedieningspaneel op foutberichten. Verwijder het vastgelopen papier. Zie Storingen verhelpen.
|
|
| Het USB-accessoire bevat onverwachte bestanden.
|
|
| Elke keer wanneer u het apparaat inschakelt, worden automatisch drie bestanden op aangesloten USB-accessoires gemaakt.
|
|
| Verwijder het USB-accessoire voordat u het apparaat inschakelt.
|
| Sommige USB-accessoires hebben een vergrendelingsfunctie waarmee wordt voorkomen dat nieuwe bestanden naar het accessoire worden geschreven. Als uw USB-accessoire is uitgerust met deze functie, ontgrendelt u het accessoire.
|
|
| Het bestand wordt niet vermeld in het menu USB-OPSLAG.
|
|
| Het type bestand dat u wilt afdrukken, wordt niet ondersteund door de functie voor afdrukken via USB.
|
|
| U kunt de volgende bestandstypen afdrukken:
|
|
| Er bevinden zich te veel bestanden in één map op het USB-accessoire.
|
|
| Verminder het aantal bestanden in de map door bestanden naar submappen te verplaatsen.
|
|
| Het apparaat ondersteunt de taal van de bestandsnaam niet en heeft de bestandsnaam vervangen door tekens uit een andere tekenset.
|
|
| Wijzig de bestandsnamen in een ondersteunde taal.
|
|
| Het menu USB-OPSLAG wordt geopend maar het USB-accessoire wordt niet vermeld.
|
|
| Er zijn te veel USB-accessoires op het apparaat aangesloten.
|
|
| Verwijder USB-accessoires totdat het bericht verdwijnt. Verwijder vervolgens het USB-accessoire waarvan u wilt afdrukken en plaats het opnieuw.
|
| Dit apparaat ondersteunt maximaal vier USB-accessoires.
|
|
| Bestandsnamen zijn vaag of moeilijk te lezen wanneer u door de lijst op het bedieningspaneel bladert.
|
|
| De helderheid van het display van het bedieningspaneel moet worden aangepast.
|
|
| Open het menu SYSTEEMINSTELLINGEN en pas de instelling HELDERHEID DISPLAY aan totdat de tekst duidelijk leesbaar is.
|
|