Enveloppen zijn in een ongeschikte lade geplaatst. Voor enveloppen mag alleen lade 1 gebruikt worden.
|
|
Plaats de enveloppen in lade 1.
|
|
De enveloppen zijn gekruld of beschadigd.
|
|
Probeer andere enveloppen te gebruiken. Bewaar enveloppen in een geregelde omgeving.
|
|
De enveloppen zijn dichtgeplakt omdat het vochtigheidsgehalte te hoog is.
|
|
Probeer andere enveloppen te gebruiken. Bewaar enveloppen in een geregelde omgeving.
|
|
De afdrukstand van de envelop is onjuist.
|
|
Controleer of de enveloppen goed zijn geplaatst.
|
|
Dit product biedt geen ondersteuning voor de gebruikte enveloppen.
|
|
Raadpleeg de HP LaserJet Printer Family Print Media Guide voor meer informatie.
|
|
Lade 1 is geconfigureerd voor een ander formaat dan enveloppen.
|
|
Configureer het formaat van lade 1 voor enveloppen.
|
|