| <DIRECTORY> LEZEN XXXX bestanden gevonden XXXX ondersteund
|
|
| De bestanden in de map USB worden momenteel gelezen.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| 10.XX.YY ONDERDEELGEHEUGENFOUT
|
Druk op voor hulp
|
|
| Er is een fout opgetreden in een of meer onderdelen van het apparaat.
|
| 10.00.0Y = geheugen is defect
|
| 10.10.0Y = geheugen ontbreekt
|
|
| 1.
|
| Schakel het apparaat uit en vervolgens in om het bericht te wissen.
|
|
| 2.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| Er is een fout opgetreden in de real-time klok.
|
|
| Het afdrukken kan worden voortgezet, maar er verschijnt een melding telkens wanneer u het apparaat inschakelt. Om deze kwestie op te lossen neemt u contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP.
|
|
| 13.JJ.NT PAPIERSTORING OPEN INVOERLADES
|
|
| Er is een storing opgetreden in een lade.
|
|
| 1.
|
| Open elke lade en controleer of er papier is vastgelopen.
|
|
| 2.
|
|
| 3.
|
| Verwijder de printcartridge en eventueel papier.
|
|
| 4.
|
| Plaats de printcartridge weer in de printer en sluit de bovenklep.
|
|
| 5.
|
|
|
| 13.JJ.NT STORING IN <LOCATIE>
|
| 13.JJ.NT STORING IN <LOCATIE>
|
|
| Er is een storing opgetreden op de aangegeven plaats.
|
|
| Verwijder het vastgelopen papier.
|
| Als het bericht nog steeds wordt weergegeven nadat u al het vastgelopen papier hebt verwijderd, is er mogelijk een sensor vastgelopen of beschadigd. Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP.
|
|
Druk op voor hulp
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| De gegevens in de afdruktaak zijn te gecompliceerd.
|
|
| 1.
|
| Druk op de knop OK om de verzonden gegevens af te drukken (er kunnen gegevens verloren zijn gegaan).
|
|
| 2.
|
| Als dit bericht vaak verschijnt, vereenvoudigt u de afdruktaak of installeert u meer geheugen.
|
|
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| Er zijn te veel gegevens verzonden naar de EIO-kaart in de aangegeven sleuf [X]. Het is mogelijk dat er een onjuist communicatieprotocol in gebruik is.
|
| N.B. EIO 0 is gereserveerd voor de ingesloten HP Jetdirect-printserver.
|
|
| 1.
|
| Druk op OK om het bericht te verwijderen. (De taak wordt niet afgedrukt.)
|
|
| 2.
|
| Controleer de hostconfiguratie. Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
| 22 GEÏNTEGREERDE I/O-BUFFEROVERFLOW
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| Er zijn te veel gegevens verzonden naar de internet HP Jetdirect van het apparaat.
|
|
| Druk op OK om door te gaan. Er gaan mogelijk gegevens verloren.
|
|
| 22 USB I/O-BUFFEROVERFLOW
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| Er zijn te veel gegevens naar de USB-poort verzonden.
|
|
| Druk op OK om het foutbericht te verwijderen. (De taak wordt niet afgedrukt.)
|
|
| 40 EIO X SLECHTE TRANSMISSIE
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| De verbinding tussen het apparaat en de EIO-kaart in de aangegeven sleuf [X] is verbroken.
|
| N.B. EIO 0 is gereserveerd voor de ingesloten HP Jetdirect-printserver.
|
|
| Druk op OK om het foutbericht te verwijderen en door te gaan met afdrukken.
|
|
| 40 SLECHTE TRANSMISSIE GEÏNTEGREERDE I/O
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| De verbinding tussen het apparaat en de HP Jetdirect-afdrukserver is verbroken.
|
|
| Druk op OK om het foutbericht te verwijderen en door te gaan met afdrukken.
|
|
| 41.3 ONVERWACHT FORMAAT IN LADE <X>
|
Druk op voor hulp
|
| VUL LADE <X> [SOORT] [FORMAAT]
|
| Druk op OK om een andere lade te gebruiken
|
|
| U hebt de lade geconfigureerd voor een ander formaat papier dan vereist voor de afdruktaak.
|
|
| 1.
|
| Vul de lade opnieuw met papier van het juiste formaat.
|
|
| 2.
|
| Controleer of u in het softwareprogramma, in de printerdriver en op het bedieningspaneel steeds hetzelfde papierformaat hebt opgegeven.
|
|
| 3.
|
| Druk op OK en ga naar de optie LADE <X> FORMAAT = <Formaat>. Wijzig de configuratie van het formaat in een lade in overeenstemming met het formaat dat voor de afdruktaak vereist is.
|
|
| 4.
|
| Als het foutbericht niet verdwijnt, zet u het apparaat uit en weer aan.
|
|
| 5.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
| 41.3 ONVERWACHT FORMAAT IN LADE 1
|
| HANDMATIGE INVOER <SOORT> <FORMAAT>
|
|
| U hebt lade 1 geconfigureerd voor een ander formaat papier dan vereist voor de afdruktaak.
|
|
| Vul de lade opnieuw met papier van het juiste formaat.
|
| Als een andere lade het juiste formaat bevat, wordt u gevraagd om op OK te drukken om een andere lade te gebruiken.
|
|
Druk op voor hulp
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden.
|
|
| 1.
|
| Druk op OK. De pagina met de fout wordt nu automatisch opnieuw afgedrukt als de functie voor het verhelpen van papierstoringen is ingeschakeld.
|
|
| 2.
|
| Schakel het product uit en weer in.
|
|
| 3.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
| Schakel de printer uit en weer in om door te gaan
|
|
| Er heeft zich een kritieke firmwarefout voorgedaan.
|
| Deze fout kan ontstaan door diverse externe oorzaken die niet direct te maken hebben met de hard- of firmware van het apparaat:
|
| ●
|
| het besturingssysteem van de computer
|
|
| ●
|
|
| ●
|
|
| ●
|
|
| ●
|
|
| Om te helpen bij het identificeren van de oorzaak van dit probleem dient u aan te geven wat u precies deed voordat de fout optrad.
|
|
| 1.
|
| Zet het apparaat uit, wacht 20 minuten en schakel het apparaat vervolgens weer in.
|
|
| 2.
|
| Als u de oorzaak van de fout kunt bepalen als een invloed van buitenaf, probeert u het probleem op te lossen door het externe probleem op te lossen.
|
|
| 3.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
|
| Er is een fuser-fout opgetreden.
|
|
| 1.
|
| Schakel het product uit en weer in.
|
|
| 2.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
| Schakel de printer uit en weer in om door te gaan
|
|
| Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden.
|
|
| 1.
|
| Schakel het product uit en weer in.
|
|
| 2.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
| Schakel de printer uit en weer in om door te gaan
|
|
| Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden.
|
|
| 1.
|
| Schakel het product uit en weer in.
|
|
| 2.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
|
|
| De DIMM wordt niet ondersteund.
|
|
| Vervang de DIMM door een DIMM die door het apparaat wordt ondersteund.
|
|
| 55.XX.YY DC-CONTROLLERFOUT
|
Druk op voor hulp
|
| 55.XX.YY DC-CONTROLLERFOUT
|
| Schakel de printer uit en weer in om door te gaan
|
|
| Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden.
|
|
| 1.
|
| Schakel het product uit en weer in.
|
|
| 2.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
| Schakel de printer uit en weer in om door te gaan
|
|
| Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden door een onjuiste invoer- of uitvoerkeuze.
|
|
| 1.
|
| Schakel het product uit en weer in.
|
|
| 2.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
| Schakel de printer uit en weer in om door te gaan
|
|
| Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden in een van de apparaatventilatoren.
|
|
| 1.
|
| Schakel het product uit en weer in.
|
|
| 2.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
| Schakel de printer uit en weer in om door te gaan
|
|
| Er is een apparaatfout opgetreden waarbij een geheugentag-CPU-fout is geconstateerd, of er is een probleem met de luchtsensor of de stroomvoorziening.
|
|
| Problemen met de stroomvoorziening oplossen:
|
| 1.
|
| Verwijder het apparaat uit de UPS-voorzieningen, extra voedingsbronnen of contactdozen. Steek de stekker van apparaat in een wandcontactdoos en controleer of het probleem hiermee is opgelost.
|
|
| 2.
|
| Als u de stekker van het apparaat al in een wandcontactdoos had gestoken, probeert u een andere voedingsbron in het gebouw, die onafhankelijk is van de voedingsbron die u op dit moment gebruikt.
|
|
| Controleer of de netwerkspanning en de stroombron voldoen aan de elektrische specificaties van het apparaat.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
Druk op voor hulp
|
| Schakel de printer uit en weer in om door te gaan
|
|
| Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden.
|
|
| 1.
|
| Schakel het product uit en weer in.
|
|
| 2.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
| 68.X OPSLAGFOUT INSTELLINGEN GEWIJZIGD
|
Druk op voor hulp
|
| 68.X OPSLAGFOUT INSTELLINGEN GEWIJZIGD
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| Er is een fout opgetreden in het permanente geheugen van het apparaat en een of meer apparaatinstellingen dienen op de standaardwaarde te worden ingesteld.
|
|
| Druk op de knop OK om het afdrukken te hervatten.
|
| Druk een configuratiepagina af en controleer de apparaatinstellingen om te bepalen welke waarden gewijzigd zijn.
|
| Als het foutbericht niet verdwijnt, zet u het apparaat uit en weer aan. Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
| 68.X PERMANENTE OPSLAG IS VOL
|
Druk op voor hulp
|
| 68.X PERMANENTE OPSLAG IS VOL
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| Het permanente geheugen van het apparaat is vol. Voor sommige instellingen zijn mogelijk de standaardwaarden hersteld.
|
|
| 1.
|
| Als het foutbericht niet verdwijnt, zet u het apparaat uit en weer aan.
|
|
| 2.
|
| Druk een configuratiepagina af en controleer de apparaatinstellingen om te bepalen welke waarden gewijzigd zijn.
|
|
| 3.
|
Als u het permanente geheugen wilt opschonen, schakelt u het apparaat uit en houdt u de knop Menu ingedrukt terwijl u het apparaat inschakelt.
|
|
| 4.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
| 68.X SCHRIJFFOUT PERMANENTE OPSLAG
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| Het opslagapparaat kan niet schrijven. Het afdrukken kan doorgaan, maar er kunnen onverwachte problemen optreden doordat er een fout is geconstateerd in de permanente opslag.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
| Als het foutbericht niet verdwijnt, zet u het apparaat uit en weer aan. Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
| Schakel de printer uit en weer in om door te gaan
|
|
| Het apparaat heeft een kritieke hardwarefout geconstateerd.
|
|
| 1.
|
Druk op de stopknop om de afdruktaak uit het apparaatgeheugen te wissen. Schakel het product uit en weer in.
|
|
| 2.
|
| Probeer een taak vanuit een ander programma af te drukken. Als de taak wordt afgedrukt, gaat u terug naar het eerste programma en probeert u een ander bestand af te drukken. Als het bericht uitsluitend wordt weergegeven bij een bepaald programma of een bepaalde afdruktaak, neemt u contact op met de softwareleverancier voor ondersteuning.
|
|
| Als het bericht blijft verschijnen bij verschillende programma’s en afdruktaken, dient u de volgende stappen te proberen:
|
| 1.
|
| Schakel het apparaat uit.
|
|
| 2.
|
| Koppel alle kabels tussen het apparaat en het netwerk of de computer los.
|
|
| 3.
|
| Verwijder alle geheugen-DIMM’s of DIMM’s van andere leveranciers uit het apparaat. Installeer vervolgens de geheugen-DIMM opnieuw.
|
|
| 4.
|
| Verwijder het EIO-appaat uit het apparaat.
|
|
| 5.
|
|
| Als de fout niet meer optreedt, volgt u de volgende stappen.
|
| 1.
|
| Installeer de DIMM- en EIO-apparaten een voor een. Zet het apparaat na iedere installatie uit en weer aan.
|
|
| 2.
|
| Vervang de DIMM of het EIO-apparaat dat de fout heeft veroorzaakt.
|
|
| 3.
|
| Sluit alle kabels tussen het apparaat en het netwerk of de computer weer aan.
|
|
|
|
|
| Er heeft zich een kritieke fout met het EIO-accessoire in sleuf [X] voorgedaan.
|
|
| 1.
|
| Schakel het product uit en weer in.
|
|
| 2.
|
| Zet het apparaat uit, plaats het EIO-accessoire in sleuf [X] en zet het apparaat weer aan.
|
|
| 3.
|
| Zet het apparaat uit, verwijder het EIO-accessoire uit sleuf [X], plaats het in een andere EIO-sleuf en zet het apparaat weer aan.
|
|
| 4.
|
| Plaats het EIO-accessoire in sleuf [X].
|
|
|
| 8X.YYYY FOUT GEÏNTEGREERDE JETDIRECT
|
|
| De ingesloten HP Jetdirect-printserver heeft een kritieke fout geconstateerd.
|
|
| 1.
|
| Schakel het product uit en weer in.
|
|
| 2.
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
| Afdrukken via USB niet beschikbaar
|
Druk op voor hulp
|
|
| De beheerder heeft afdrukken vanaf USB-accessoires uitgeschakeld.
|
|
| Druk de taak af vanaf een computer die op het apparaat is aangesloten.
|
|
| BEWERKING VAN RAM-SCHIJFBESTAND MISLUKT
|
|
| Een opdracht heeft een onlogische bewerking geprobeerd.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
|
|
| De afdruktaak wordt geannuleerd. Het bericht blijft aanwezig tijdens het verwijderen van papier uit de papierbaan en het verwijderen van de laatste binnenkomende gegevens.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
|
|
| De afzonderlijke taken worden geïnitialiseerd.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
|
|
| De sluimermodus van het apparaat wordt uitgeschakeld. Het afdrukken wordt daarna meteen voortgezet.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
|
|
| Er wordt een automatische reiniging uitgevoerd.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| Bezig met verwerken van upgrade <component> <XXX> %
|
|
| De firmware-upgrade wordt in verschillende fasen uitgevoerd.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| RFU-UPGRADE VERZENDEN VIA USB DEV-POORT
|
|
| Tijdens de upgrade van de firmware is een fout opgetreden.
|
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP.
|
|
| Druk op OK om de laatste pagina af te drukken
|
|
| Het apparaat wacht op een afdrukopdracht.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
| DATUM/TIJD = JJJJ/MMM/DD UU:MM
|
| Druk op OK om te wijzigen
|
Druk op om over te slaan
|
|
| De huidige datum en tijd.
|
|
Stel datum en tijd in of druk op de Stop-knop om dit over te slaan.
|
|
| Druk op OK om door te gaan
|
Druk op voor hulp
|
|
| Er is een tijdfout opgetreden tijdens het afdrukken van een dubbelzijdige afdruktaak.
|
|
| Druk op OK om door te gaan. Als de fout opnieuw optreedt, annuleert u de taak en drukt u deze opnieuw af als enkelzijdige taak.
|
|
Druk op voor hulp
|
|
| De achterste klep moet gesloten zijn, anders kunt u niet dubbelzijdig afdrukken.
|
|
|
|
|
| het apparaat gaat offline.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| EIO <X> SCHIJF NIET FUNCTIONEEL
|
Druk op voor hulp
|
|
| De EIO-schijf in sleuf X werkt niet goed.
|
|
| 1.
|
| Schakel het apparaat uit.
|
|
| 2.
|
| Controleer of de EIO-schijf correct is geplaatst en stevig vastzit.
|
|
| 3.
|
| Als het bericht op het bedieningspaneel blijft verschijnen, moet u de schijf vervangen.
|
|
|
| EIO <X> SCHIJF WORDT OPGESTART
|
|
| De schijf in de EIO-sleuf [X] wordt geïnitialiseerd
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
|
|
| Het genoemde apparaat levert een fout op.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
| EIO BESTANDSBEWERKING MISLUKT
|
|
| Een opdracht heeft een onlogische bewerking geprobeerd.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
| EIO BESTANDSSYSTEEM IS VOL
|
|
| Het genoemde bestandssysteem is vol; u kunt hier niets meer bij schrijven.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
| EIO IS BEVEILIGD TEGEN SCHRIJVEN
|
|
| U kunt niet naar het bestandssysteem schrijven.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
| Fabrieksinstellingen herstellen
|
|
| De fabrieksinstellingen worden hersteld.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| FORMAAT IN LADE X ONJUIST
|
Druk op voor hulp
|
|
| De aangegeven lade is geladen met een ander papierformaat dan het geconfigureerde formaat voor de lade.
|
|
| Laad de lade met het geconfigureerde formaat voor de lade.
|
| Controleer of alle geleiders in de juiste stand staan in de opgegeven lade. Het afdrukken kan vanuit andere laden worden voortgezet.
|
|
| RFU-UPGRADE VERZENDEN VIA USB DEV-POORT
|
|
| Tijdens de upgrade van de firmware is een fout opgetreden.
|
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP.
|
|
| FOUT GEHEUGENTEST VERVANG DIMM <X>
|
|
| Er is een fout met de DIMM vastgesteld.
|
|
| Zie Onderdeelnummers voor een lijst met DIMM’s die door dit apparaat worden ondersteund.
|
|
|
|
| Het genoemde apparaat levert een fout op.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
|
|
| U verwerkt een reinigingspagina terwijl de achterklep dicht is.
|
|
| Open de achterste uitvoerbak om de reinigingspagina te maken of te gebruiken.
|
|
|
|
| Het genoemde apparaat levert een fout op.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
|
|
| U hebt LOGBOEK GEBEURT. WEERGEVEN op het bedieningspaneel geselecteerd maar het gebeurtenissenlogboek is leeg.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| Gebeurtenislogboek wissen
|
|
| Het gebeurtenislogboek wordt gewist.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| GEBRUIK LADE <X> [SOORT] [FORMAAT]
|
Wijzigen: druk op / .
|
|
| Het apparaat heeft het papier van het gevraagde type en formaat niet gevonden. In het bericht worden het beschikbare type en formaat en de lade waarin het materiaal ligt weergegeven.
|
|
Druk op de knop OK om de waarden in het bericht te accepteren, of druk op de pijl omhoog of omlaag / om door de beschikbare keuzemogelijkheden te bladeren.
|
|
| GEBRUIKT ONDERDEEL GEÏNSTALLEERD
|
|
| De printcartridge is al eerder gebruikt.
|
|
| Druk op de knop OK om deze cartridge te gebruiken of installeer een nieuwe cartridge.
|
|
| GEBRUIKT ONDERDEEL IN GEBRUIK
|
|
| De printcartridge is al eerder gebruikt.
|
|
|
| Geen taak om te annuleren
|
|
U hebt op gedrukt, maar er is geen actieve taak of er zijn geen gebufferde gegevens aanwezig om te annuleren.
|
| Het bericht wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven, waarna het apparaat terugkeert naar de modus Klaar.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| GEKOZEN PERSONALITY NIET BESCHIKBAAR
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| De printer heeft een verzoek ontvangen voor een personality (apparaattaal) die niet bestaat. De afdruktaak is geannuleerd.
|
|
| Druk de taak af met een printerdriver voor een andere apparaattaal of voeg de gevraagde taal toe aan het apparaat (indien beschikbaar).
|
| Voor een lijst met beschikbare personality’s dient u een configuratiepagina af te drukken.
|
|
| Handeling nu niet mogelijk voor lade x
|
| ELK FORM./ELK AANG.niet mog. bij lade
|
|
| Dubbelzijdig afdrukken is niet beschikbaar wanneer het ladeformaat is ingesteld op ELK FORM of ELK AANGEPAST.
|
|
| Wijzig de lade-instellingen.
|
| 1.
|
Druk op de knop Menu .
|
|
| 2.
|
Druk op de pijl omlaag om het menu PAPIERVERWERKING te markeren en druk op OK.
|
|
| 3.
|
Druk op de pijl omlaag om de opgegeven lade te selecteren en druk daarna op OK.
|
|
| 4.
|
| Wijzig de instellingen voor formaat en soort voor de geselecteerde lade.
|
|
|
| HANDMATIGE INVOER <SOORT> <FORMAAT>
|
|
| Het apparaat wacht totdat u papier hebt geplaatst in lade 1.
|
|
Als er al papier in lade 1 is geplaatst, drukt u op de Help-knop en vervolgens op de knop OK om af te drukken.
|
| Als u een andere lade wilt gebruiken, verwijdert u het papier uit lade 1 en drukt u op de knop OK.
|
|
| HANDMATIGE INVOER <SOORT> <FORMAAT>
|
| Druk op OK om door te gaan
|
| HANDMATIGE INVOER <SOORT> <FORMAAT>
|
Druk op voor hulp
|
|
| Het apparaat wacht totdat u papier hebt geplaatst in lade 1.
|
|
| Plaats het gevraagde papier in lade 1 en druk op de knop OK.
|
|
| HANDMATIGE INVOER <SOORT> <FORMAAT>
|
| Druk op OK om een andere lade te gebruiken
|
| HANDMATIGE INVOER <SOORT> <FORMAAT>
|
Druk op voor hulp
|
|
| Het apparaat wacht totdat u papier hebt geplaatst in lade 1.
|
|
| Druk op OK om een soort en formaat uit een andere lade te gebruiken.
|
|
|
|
| De specifieke instellingen worden hersteld.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| INCOMPATIBELE ZWARTE CARTRIDGE
|
|
| De printcartridge is bestemd voor een ander apparaat.
|
|
| Zie Onderdeelnummers voor informatie over printcartridges die door dit apparaat worden ondersteund.
|
|
| RFU-UPGRADE VERZENDEN VIA USB DEV-POORT
|
|
| Tijdens de upgrade van de firmware is een fout opgetreden.
|
|
| Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP.
|
|
| INTERNE SCHIJF BESTANDSSYSTEEM IS VOL
|
|
| Het genoemde bestandssysteem is vol; u kunt hier niets meer bij schrijven.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
| KAN NIET HELE DIRECTORY LEZEN
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| De lijst met bestanden op het USB-accessoire is langer dan door het apparaat kan worden weergegeven.
|
|
| 1.
|
| Als u een bestand uit de gedeeltelijke lijst wilt afdrukken, drukt u op OK en selecteert u een bestand in de lijst.
|
|
| 2.
|
| U kunt dit probleem voorkomen door bestanden van het USB-accessoire te verwijderen.
|
|
|
| Kan niet meer bestanden toevoegen
|
| Wacht tot een taak is afgedrukt.
|
|
| De afdrukwachtrij bevat het maximumaantal taken.
|
|
| Wacht tot een taak is voltooid voordat u een nieuwe taak aan de afdrukwachtrij toevoegt.
|
|
| LADE <X> [SOORT] [FORMAAT]
|
| Druk op OK om formaat of soort te wijzigen
|
| LADE <X> [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op om de instellingen te accepteren.
|
|
| Dit bericht geeft de huidige configuratie van het type en het formaat van de papierlade weer. U kunt deze configuratie wijzigen.
|
|
Als u het papierformaat of de papiersoort wilt wijzigen, drukt u op de knop OK terwijl het bericht wordt weergegeven. Druk op de pijl terug om het bericht te wissen.
|
| ●
|
| Selecteer de instellingen voor ELK FORM en ELK SOORT als de lade regelmatig voor verschillende papierformaten of -soorten wordt gebruikt.
|
|
| ●
|
| Stel een specifiek formaat en type in als slechts op één type papier wordt afgedrukt.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
|
| De lade kan geen papier invoeren in het apparaat omdat lade [X] is geopend en eerst moet worden gesloten voordat het afdrukken kan worden hervat.
|
|
| Controleer de laden en sluit de laden die geopend zijn.
|
|
| NIET-ONDERSTEUND ONDERDEEL GEÏNSTALLEERD
|
|
| De printcartridge is bestemd voor een ander HP-product.
|
|
|
| NIET-ONDERSTEUND ONDERDEEL IN GEBRUIK
|
|
| De printcartridge is bestemd voor een ander HP-product.
|
|
|
| Onderdeel geïnstalleerd dat niet van HP is
|
|
| U hebt een printcartridge geïnstalleerd die niet door Hewlett-Packard is vervaardigd.
|
|
|
|
|
| De code van de firmware-upgrade komt niet overeen met de handtekening van het apparaat.
|
|
| Download het juiste firmware-upgradebestand voor dit apparaat en installeer de upgrade opnieuw.
|
|
| ONGELDIGE HANDTEKENING ACCEPTEREN?
|
| ONGELDIGE HANDTEKENING ACCEPTEREN?
|
Niet drukken op
|
|
| Het apparaat voert een externe firmware-upgrade uit, de initiële code-ondertekening komt niet overeen met de handtekening en het menu HANDTEKENING-nCONTROLE is ingesteld op VRAGEN BIJ ONGELDIG.
|
|
| Download het juiste firmware-upgradebestand voor dit apparaat en installeer de upgrade opnieuw.
|
|
|
|
| Er is een verkeerde PIN-code ingevoerd.
|
|
| Voer de PIN-code nogmaals in.
|
|
| ONV. GEH. VOOR LADEN LETTERTYPEN/GEG.
|
Druk op voor hulp
|
| Druk op OK om door te gaan
|
|
| Het apparaat heeft meer gegevens ontvangen dan het geheugen kan opnemen. Het is mogelijk dat u geprobeerd hebt om te veel macro’s, soft-lettertypen of ingewikkelde afbeeldingen over te brengen.
|
|
| Druk op de knop OK om de verzonden gegevens af te drukken (er kunnen gegevens verloren zijn gegaan).
|
| Vereenvoudig de afdruktaak of installeer extra geheugen.
|
|
|
|
| Het apparaat controleert op mogelijke storingen of papier dat niet is verwijderd uit het apparaat.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
|
|
| Het apparaat is vastgelopen of is aangezet, waarna er papier op een verkeerde locatie is ontdekt. Het apparaat probeert automatisch de pagina’s uit te voeren.
|
|
| Wacht totdat het apparaat de pagina’s heeft uitgevoerd. Als uitvoeren niet mogelijk is, wordt een melding van een papierstoring op het bedieningspaneel weergegeven.
|
|
| Papier vastgelopen rond fuser
|
Druk op voor hulp
|
|
| Er is een storing opgetreden doordat er papier is vastgelopen rond de fuser.
|
|
| Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP.
|
|
Druk op voor hulp
|
|
| De betreffende lade is open of ontbreekt.
|
|
| Plaats of sluit de lade om door te gaan met afdrukken.
|
|
|
|
| Het apparaat controleert op mogelijke storingen of papier dat niet is verwijderd uit het apparaat.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| RAM-SCHIJF IS BEVEILIGD TEGEN SCHRIJVEN
|
|
| Er kan niet naar het apparaat worden geschreven.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
|
|
| Het genoemde apparaat levert een fout op.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
| ROM-SCHIJF BESTANDSBEWERKING MISLUKT
|
|
| Een opdracht heeft een onlogische bewerking geprobeerd.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
| ROM-SCHIJF BESTANDSSYSTEEM IS VOL
|
|
| Het genoemde bestandssysteem is vol; u kunt hier niets meer bij schrijven.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
| ROM-SCHIJF IS BEVEILIGD TEGEN SCHRIJVEN
|
|
| Er kan niet naar het apparaat worden geschreven.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
| SCHIJF OPSCHONEN <X> % VOLTOOID
|
| SCHIJF OPSCHONEN <X> % VOLTOOID
|
Druk op voor hulp
|
|
| Er wordt een harde schijf opgeschoond.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| SCHIJF REINIGEN <X>% VOLTOOID
|
| SCHIJF REINIGEN <X>% VOLTOOID
|
Druk op voor hulp
|
|
| Het opslagapparaat wordt opgeschoond of gereinigd. Schakel het apparaat niet uit. De functies van het product zijn niet beschikbaar. Het apparaat wordt automatisch uit- en weer ingeschakeld wanneer dit proces is voltooid.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| SLECHTE VERBINDING MET OPTIONELE LADE
|
|
| Een van de optionele laden is niet goed aangesloten.
|
|
| Verwijder het papier uit de lade en plaats de lade weer terug. Schakel vervolgens het apparaat uit en weer in.
|
|
| Sluimermodus ingeschakeld
|
|
| Het apparaat staat in de sluimermodus.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| TAAK KAN NIET WORDEN OPGESLAGEN
|
|
| De opgegeven afdruktaak kan niet worden opgeslagen vanwege een geheugen-, schijf- of configuratieprobleem.
|
|
| Corrigeer de fout en probeer nogmaals de taak op te slaan.
|
|
| Te veel laden geïnstalleerd
|
| Schakel uit en verwijder een lade
|
|
| U hebt meer optionele laden geïnstalleerd dan door het apparaat worden ondersteund.
|
| Het apparaat biedt ondersteuning voor maximaal twee optionele invoerladen van 500 vel.
|
|
| Verwijder een van de optionele laden.
|
|
Druk op voor hulp
|
|
| De printer ondersteunt deze hoeveelheid USB-opslagaccessoires niet.
|
|
| Verwijder de extra USB-opslagaccessoires een voor een totdat dit bericht verdwijnt. Verwijder vervolgens het nieuwe USB-opslagaccessoire en plaats dit opnieuw.
|
|
| Verwijder de laatste USB-hub
|
|
| Het apparaat heeft waargenomen dat er een USB-hub is aangesloten op een andere USB-hub.
|
|
| Verwijder de extra USB-hub. USB-hubs die op andere USB-hubs zijn aangesloten, worden niet ondersteund.
|
|
| Toegang geweigerd MENU’S GEBLOKKEERD
|
|
| De bedieningspaneelfunctie van het apparaat die u probeert te openen, is vergrendeld om ongeoorloofde toegang te verhinderen.
|
|
| Neem contact op met de netwerkbeheerder.
|
|
| Verwijder alle papier uit bak
|
|
| De uitvoerbak is vol. U kunt niet doorgaan met afdrukken.
|
|
| Maak de bak leeg zodat de huidige afdruktaak kan worden voltooid.
|
|
| Verwijder alle papier uit bak
|
|
| De uitvoerbak is vol, maar deze is niet nodig voor de huidige afdruktaak.
|
|
| Maak de bak leeg voordat u een taak naar die bak verzendt.
|
|
| UITVOERSTAPEL HANDMATIG INVOEREN
|
| Druk op OK om op andere zijde af te drukken
|
|
| De eerste zijde van een handmatige duplextaak is afgedrukt en het apparaat wacht totdat u de uitgevoerde stapel hebt geplaatst om af te drukken op de tweede zijde.
|
|
| 1.
|
| Plaats de uitgevoerde stapel in lade 1, in dezelfde richting en met de bedrukte zijde naar beneden.
|
|
| 2.
|
| Druk op OK om door te gaan met afdrukken.
|
|
|
| USB-ACCESSOIRE HEEFT TE VEEL STROOM NODIG
|
| Verwijder het USB-accessoire en schakel daarna uit en weer in
|
| USB-ACCESSOIRE HEEFT TE VEEL STROOM NODIG
|
Druk op voor hulp
|
|
| Het USB-accessoire gebruikt te veel voeding. U kunt niet doorgaan met afdrukken.
|
|
| Verwijder het USB-accessoire en start het apparaat opnieuw op.
|
| Gebruik een USB-accessoire dat minder stroom verbruikt of dat is uitgerust met een eigen voedingsbron.
|
|
| USB-accessoire niet herkend
|
Druk op voor hulp
|
| USB-accessoire niet herkend
|
|
| Het apparaat ondersteunt geen plug and play-bewerking voor het type USB-accessoire op de host-USB-poort, of het accessoire wordt niet ondersteund.
|
|
| Schakel het apparaat uit en weer in terwijl het USB-accessoire is aangesloten. Als het bericht opnieuw wordt weergegeven, verwijdert u het USB-accessoire.
|
|
| USB-opslagaccessoire verwijderd
|
| Niet-gerelateerde gegevens worden gewist
|
|
| U hebt het USB-accessoire van het apparaat verwijderd. Eventuele taken in de wachtrij die afkomstig zijn van het accessoire, worden geannuleerd.
|
|
| Als u de resterende taken wilt afdrukken, plaatst u het USB-accessoire weer en selecteert u de taken opnieuw.
|
|
| USB-OPSLAG BESTANDSBEWERKING MISLUKT
|
|
| Een opdracht heeft een onlogische bewerking geprobeerd.
|
|
| Druk op OK om door te gaan.
|
|
|
|
| Het apparaat verwijdert een opgeslagen taak.
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| Verzoek geaccepteerd. Een ogenblik geduld…
|
|
| Het verzoek om een interne pagina af te drukken staat in de wachtrij.
|
|
| Wacht tot de huidige taak is afgedrukt.
|
|
| VUL LADE <X> [SOORT] [FORMAAT]
|
| Druk op OK om een andere lade te gebruiken
|
| VUL LADE <X> [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op voor hulp
|
|
| Er wordt een taak verzonden waarvoor materiaal van een specifiek type en formaat vereist is, maar dit materiaal is niet aanwezig in de aangegeven lade.
|
|
| Druk op OK om een soort en formaat uit een andere lade te gebruiken.
|
|
| VUL LADE <X> [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op voor hulp
|
|
| De aangegeven lade is geconfigureerd voor materiaal van een specifiek type en formaat voor een bepaalde afdruktaak, maar de lade is leeg. Ook alle andere laden zijn leeg.
|
|
| Plaats het gevraagde papier in de lade.
|
|
| VUL LADE 1 [SOORT] [FORMAAT]
|
| Druk op OK om door te gaan
|
| VUL LADE 1 [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op voor hulp
|
|
|
| Vul lade 1 met het gevraagde papier.
|
Als er al papier in lade 1 is geplaatst, drukt u op de Help-knop en vervolgens op de knop OK om af te drukken.
|
| Als u een andere lade wilt gebruiken, verwijdert u het papier uit lade 1 en drukt u op OK om verder te gaan.
|
|
| VUL LADE 1 [SOORT] [FORMAAT]
|
| Druk op OK om een andere lade te gebruiken
|
| VUL LADE 1 [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op voor hulp
|
|
| Lade 1 is leeg en er zijn andere laden beschikbaar.
|
|
| Druk op OK om een andere lade te gebruiken.
|
| Als u lade 1 wilt gebruiken, plaatst u het gevraagde papier in deze lade.
|
Als er al papier in lade 1 is geplaatst, drukt u op de Help-knop en vervolgens op de knop OK om af te drukken.
|
| Als u een andere lade wilt gebruiken, verwijdert u het papier uit lade 1 en drukt u op OK om een andere lade te gebruiken.
|
|
| WAARSCHUWING ONDERDEELGEHEUGEN
|
|
| Het apparaat kan het geheugen in de printcartridge niet lezen.
|
|
|
| Wacht op printer om opnieuw te initialiseren
|
|
| Dit bericht kan om diverse redenen worden weergegeven:
|
| ●
|
| De instellingen van de RAM-SCHIJF zijn gewijzigd voordat het apparaat opnieuw werd gestart.
|
|
| ●
|
| Het apparaat wordt opnieuw gestart na een wijziging van externe apparaatmodi.
|
|
| ●
|
| U hebt het menu DIAGNOSTIEK afgesloten.
|
|
| ●
|
| Er is een nieuwe formatter geïnstalleerd met een oud apparaat, of er is een nieuw apparaat geïnstalleerd met een oude formatter.
|
|
|
| Er is geen handeling vereist.
|
|
| ZWARTE CARTRIDGE INSTALLEREN
|
Druk op voor hulp
|
|
| De printcartridge ontbreekt.
|
|
|
| ZWARTE CARTRIDGE VRIJWEL LEEG
|
|
| Het apparaat geeft aan wanneer een onderdeel bijna op is. De echte resterende levensduur van de printcartridge kan variëren. Zorg dat u een vervangende printcartridge hebt die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. U hoeft de printcartridge nu nog niet te vervangen, tenzij de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. Als een HP-onderdeel bijna leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP voor het desbetreffende onderdeel beëindigd.
|
|
|